Vanwege de vele voordelen stapten we jaren geleden massaal over op Main Contracting. Hierdoor had je als beheerder minder contractpartijen en dus ook minder management. Wij denken dat dit een achterhaalde positie is waar we ons anno 2024 als vastgoedsector nog steeds aan vasthouden. Dit kan slimmer...
Main Contracting was een voordelige manier om onderhoudswerkzaamheden te managen. Ter vervanging van losse contracten per installatie (denk aan de lift in een gebouw, brandmeldcentrale of cv-ketel) kozen we voor gebundelde contracten. Een gebundeld contract kan worden afgesloten voor installatiegroepen, voor een compleet gebouw of zelfs voor een groep gebouwen.
Een erg voordelige keuze in die tijd, omdat het beheren van alle losse contracten veel mankracht en inzet vereiste. Main Contracting wordt gezien als efficiënt omdat je als beheerder maar één aanspreekpunt hebt en het zal leiden tot lagere kosten (omdat contract aanbieders ervan onder gunstigere voorwaarden inkopen doen bij hun leveranciers). Bovendien zou de main contractor meer kennis hebben en daardoor beter kunnen beheren.
Klinkt goed toch? Dit concept biedt dus een oplossing op het gebied van tijd, administratie en deskundigheid, maar zijn al deze voordelen in 2024 nog steeds zo relevant?
Wat ons betreft niet, met deze redenen:
Aan punt 4 voegen we graag een voorbeeld toe: Er kwam bij ons een melding binnen van een huurder, dat de verbinding tussen de intercom bij de receptie en de slagboom niet goed werkte. Deze melding hebben wij doorgezet aan de main contractor (een van origine klimaattechnisch installateur- en dus geen elektrotechnisch bedrijf). Zij hebben de storing een-op-een doorgezet naar hun elektrotechnische onderaannemer. Deze aannemer heeft vier uur gewerkt om het probleem te verhelpen en de subcontractor levert daarna zijn factuur/bon in bij de hoofdaannemer. Deze zet de aannemer op de bon met 20% opslag.
Het enige wat de hoofdaannemer heeft gedaan in deze casus is de bon doorzetten naar de subcontractor en tot slot zijn factuur afhandelen. De hoofdaannemer oftewel: Maincontractor biedt hierin dus geen toegevoegde waarde aan de situatie maar rekent wel extra kosten voor zijn dienst.
Teruggaan naar Raamcontracten lijkt een stap terug in de tijd, maar niets is minder waar. Nu al de voordelen van Main Contracting verschuiven naar nadelen is het niet gek om van een verticale aanpak (alle installaties onder één contract) over te stappen naar een horizontale aanpak (per installatiegroep één contract voor alle gebouwen in beheer).
Een Raamcontract in de context van vastgoedonderhoud is een overeenkomst tussen de opdrachtgever (bijvoorbeeld een eigenaar of beheerder) en een opdrachtnemer (bijvoorbeeld een onderhoudsbedrijf). Hierin worden de algemene voorwaarden en tarieven voor toekomstige onderhoudswerkzaamheden vastgelegd. Een Raamcontract heeft enkele kenmerkende elementen:
In essentie is een raamcontract een strategisch middel om de samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer te stroomlijnen en te optimaliseren, terwijl het ook flexibiliteit biedt om in te spelen op specifieke onderhoudsbehoeften die zich gedurende de looptijd van het contract voordoen.
Wij kiezen ervoor om niet alleen onze nieuwe klanten maar ook de bestaande portefeuille om te zetten naar Raamcontracting. We willen als Ausems dichtbij de klant staan maar juist ook dicht bij de relaties van de gebouwen. Zo bewaken we samen de kwaliteit van de gebouwen. Daarnaast hebben wij na jarenlange samenwerkingen persoonlijke voorkeuren voor aannemers in verschillende segmenten; Raamcontracting geeft ons de kans om deze aannemers te betrekken bij projecten.
Wat denkt u? Is Maincontracting achterhaald of is het voor uw beheer aanpak nog altijd de juiste keuze? We lezen het graag op LinkedIn of onze andere kanalen.